top of page

Genezing van de collectieve oerwond


Gisteren mocht ik mijn zielenzusje Heleen behandelen. Ze kwam met een zeer specifieke vraag, enkele maanden na het verbreken van de relatie met haar zielsgeliefde:


“Hoe het toch kan dat ik, wanneer ik alleen ben, zo stevig in mijn kracht sta, maar hoe die eigen kracht binnen een relatie langzaam maar zeker wordt verdrongen door gedragingen vanuit een angstig en krampachtig ego?”


Ik weet op voorhand eerlijk gezegd niet of ik binnen mijn manier van (energetisch) behandelen wel iets kan met zo’n concrete vraag, maar we besluiten om te doen wat ik altijd doe, namelijk de energie laten stromen en die het werk laten doen wat op dat moment gedaan wil worden.


Het wonderlijke is dat we vrijwel meteen samen in een eenheidservaring belanden…

De energie stroomt onbelemmerd warm, tintelend en bruisend door ons heen, het is alsof we worden opgenomen in de oceaan van bewustzijn. Ik zie een watergeboorte voor me, zacht en ontspannen. Heleen -en misschien ook ik zelf wel- wordt opnieuw geboren in de eenheid.


Is dit het antwoord op haar vraag?


Wij mensen hebben tenslotte allemaal die etterende ‘oerwond’ opgelopen toen we afdaalden in de materie, en voor de eerste keer de scherpe pijn voelden van de afgescheidenheid. Verhuld door de sluiers van vergetelheid waren we niet langer bij machte om de eenheid onder de uiterlijke vormen te ervaren en gingen we de afgescheidenheid als onze enige realiteit beschouwen. Onbewust hunkeren we sindsdien allemaal en altijd naar onze terugkeer naar die eenheid. Al ons gedrag is, hoe verwrongen soms ook, daarop gericht.


Bezit je een bepaalde mate van bewustheid, dan weet je dat alles wat leeft op een diep niveau met elkaar verbonden is. Liefde is de energetische lijm die ons allen verbindt. Afgescheidenheid is in essentie een illusie, verschaft door ‘leerschool aarde’, de plek waar we via het spel van dualiteit uit eigen vrije wil onze weg door het diepste donker naar het licht-dat-we-zijn trachten te hervinden.


Het is als een doolhof, als je de juiste afslagen neemt -en na daarin vele doodlopende keuzes gemaakt te hebben- sta je dan ineens weer in ‘je eigen midden’. Gelukzalig verbonden met jezelf en met alles en iedereen om je heen. Die ervaring hebben Heleen en ik vandaag.


Ik zie ons staan als twee stralend sterke vrouwen, Heleen rechts van mij. Naast en achter ons scharen zich vele anderen. Het beeld is als een tekening waarbij zij en ik in kleur zijn afgebeeld en de anderen in zwart-wit, bekenden en onbekenden. Het doet er ook niet toe. Onder ogenschijnlijke afgescheidenheid en uiterlijke verschillen zijn we al-één en verlangen we hetzelfde.


Wanneer je alleen bent en naar binnen keert in meditatie, je onderdompelt in de stilte, je in vertrouwen overgeeft aan het Zijn, dan laat die verbondenheid zich het beste voelen. Daar tintelt en bruist het, daar vind je de levendigheid onder de materie.


Als je geen relatie hebt, redeneer ik in antwoord op Heleens vraag, heb je niemand om direct op te leunen, niemand van wie ons behoeftig ego kan verlangen dat die onze leegte vult en de pijn die de oerwond veroorzaakte verzacht. Alleen-zijn vraagt dat we op onze eigen twee benen gaan staan. En in de meeste gevallen zijn we daar prima toe in staat.


Maar hebben of krijgen we een relatie, dan gebeurt er veelal iets anders. We dalen nog wat dieper af in de materie, in de aardse laag. Er is minder gelegenheid om de stille laag van het Zijn op te zoeken, tijd die naast werk, huishouden en/of kinderen wordt gevuld door samen tv kijken, praten over de voorbije dag of het afstemmen van drukke agenda’s. Zou het daar zijn, te midden van drukte en lawaai, dat het maar nauwelijks geheelde litteken van de oerwond ons angstige ego doet herontwaken?


Het doet verschrikt de ogen open, ziet een geliefd ander mens die het kan verliezen. Ongemerkt en heel geleidelijk, zo stel ik me voor, voelen onze eigen twee benen wat minder stevig. We gaan leunen op de ander, een heel klein beetje maar. We passen ons hier en daar nauwelijks merkbaar wat voor de lieve vrede aan. Geven een flintertje van onze eigenheid weg omwille van het ‘samen’. Trekken de ander nog wat dichterbij omdat dat wel zo veilig voelt. Ik vermoed dat het zo werkt, dat ons ego binnen een relatie méér dan in het alleen-zijn de gelegenheid krijgt om zijn trauma’s te voelen en uit te spelen.


De vraag die in me opkomt, is hoe we de oerwond die de mensheid kwelt voorgoed en doeltreffend kunnen helen. De verpleegkundige in mij gaat onmiddellijk in de weer met honingverbanden om bacteriën te doden en het geven van energie om blokkades op te heffen en het lichaam tot heling aan te zetten. Wanneer een wond slecht geneest, is het nodig de oorzaak daarvan op te sporen en weg te nemen.


In het geval van de oerwond -waarvan wij de pijn allemaal bewust of onbewust, scherpsnijdend of slechts sluimerend, zeurend- voelen, zoeken we massaal op de verkeerde plek naar de genezing die wij zo vurig verlangen. We zoeken die in de aardse materie die ons, opgeslokt als we worden door zijn eisen, nog de enige realiteit toeschijnt. We vestigen onze hoop op de lichamelijke, vergankelijke versie van de ander, of plakken tijdelijk verdovende pleisters in de vorm van allerhande verslavingen of compensatiegedrag, groot of klein, de een schadelijker dan de ander. We willen contact, we willen vasthouden, terwijl op een dag, vroeg of laat, die ander onherroepelijk als los zand door onze vingers zal glippen. Welke remedie we ook kiezen uit de medicijnkast van de aardse dimensie, de oerwond zal blijven etteren onder de aangebrachte verbanden en van tijd tot tijd schreeuwt het ego het uit van de pijn van (dreigend) verlies…


Werkelijke heling ontstaat pas wanneer we geleerd hebben en er een gewoonte van maken om boven de uiterlijke vormen uit te stijgen en de allesverbindende levendigheid te voelen die daaronder verscholen ligt. Daar, in de kalme stilte van het Zijn, wacht eindelijk de genezing waarnaar we al zolang smachten, in (glimpen van) eenheidservaringen zoals Heleen en ik die vanmorgen hadden. Daar kun je voelen hoe jij als druppel -al is het maar voor even- weer opgaat in de oceaan van bewustzijn, het angstige ego eindelijk gekalmeerd in de beschermende armen van de goddelijke Moeder. Hier word je opnieuw geboren in de eenheid en voel je dat je niets meer nodig hebt, dat je compleet en voldoende bent, als druppel van het geheel, of als vlam van een groot lichtend vuur.


Heleen zegt:


“Ik zie ons dansen rond een soort kampvuur. Hand in hand dansen we. Het maakt me blij!”


Door ons te oefenen in het opzoeken van die dimensie van vibrerende levendigheid zal het ons steeds beter lukken om ons bewustzijn van onderlinge verbondenheid vast te houden ook wanneer we onze dagelijkse taken en bezigheden verrichten. We verliezen ons daar niet meer in, maar kijken van een afstandje naar de beelden en gebeurtenissen die voorbijglijden in het eeuwige Nu. We doorzien de illusie van afgescheiden vormen, en voelen nog slechts of vooral de liefdevolle substantie die ons verbindt.


Ik heb het gevoel dat hierin het geschenk ligt van de verbroken relatie tussen Heleen en haar zielsgeliefde. In de afwezigheid van aards contact is zij weer haar ware kracht gaan voelen, is het krampachtige ego tot zwijgen gebracht en de oorspronkelijke en onbreekbare verbinding tussen hen hersteld.


Gekomen op dit punt kunnen we ook anderen de hand gaan reiken. We kunnen hen de weg wijzen naar de tijdloosheid, naar de plek waar de afgescheidenheid nooit heeft plaatsgevonden, maar waar we nog altijd en onveranderlijk al-één zijn. Daar zullen zij in staat zijn om hun deel van de collectieve oerwond te genezen en tevens andere, oppervlakkiger verwondingen en trauma’s te helen.




1 Comment


maria.kruithof
maria.kruithof
Nov 04, 2021

Wat fijn dat Heleen dankzij jou weer 'grond' onder haar voeten mag ervaren.

Like
bottom of page